Een verhaal over oordelen

De rechter van Mesle

Twee advocaten maakten voor de rechtbank luid misbaar.
Het was een kleine provinciestad,
die dus een kleine balie had.
De rechter zat er zelden met de handen in het haar.
Nu dacht hij: wat verward is deze zaak en hoe pietluttig.
Hier al te diep op ingaan, lijkt mij helemaal niet nuttig.
Hij nam twee strootjes. ’t ene lang,
’t andere kort. Hij was niet bang
een vuist te maken, want dat kneepje was hem wel bekend.
Je laat op tijd je vuist goed zien als de slimste bent.
De advocaat van de verdediging mocht kiezen en riep luid:
“Ik heb het grootste strootje. Mijn cliënt gaat dus vrijuit!”
Het hof, heel verontwaardigd,
riep uit: “Is dat een vonnis? Zeg ons hoe u dat rechtvaardigt!”
De rechter zei: “Ik leg u toch geen strobreed in de weg?
Wind u vooral niet op en word niet boos als ik u zeg:
hoe vaak velt u lukraak een vonnis, zomaar zonder strootje?
U doet zich ernstig voor, maar neemt de mensen in het ootje!”

Bron: de verhalen van La Fontaine

Trek jij een strootje als je een oordeel velt?
Wie neem jij in het ootje als je een oordeel meldt?

Werkvorm: Laat de deelnemers na het verhaal hun eigen verhalen vertellen met de methode van de praatstok naar aanleiding van bovenstaande twee vragen.

Mooie onthullingen gewenst.

Karen de Vries